Meten is weten: de leesmonitor
Een school die deelneemt aan de monitor de Bibliotheek op school wil doelgericht samenwerken met de bibliotheek om de taalontwikkeling van de leerlingen te stimuleren.
Dat gebeurt op basis van gegevens die in de monitor worden verzameld over:
• - het leen- en leesgedrag van leerlingen
• - de leesmotivatie van leerlingen
• - het leesbevorderend gedrag van leerkrachten
Meten is weten : de leesmonitor
Daarom werken we met een monitor zodat activiteiten rondom lezen en mediawijsheid kunnen worden bijgestuurd en aangescherpt. De aanwezige toetsgegevens van de school verrijken we met de uitleengegevens van de bibliotheek. Kortom: meten is weten. De bibliotheek verzamelt gegevens in de monitor en maakt daarvan een analyse. Op basis van de analyse stellen de bibliotheek en het team doelen op voor de komende periode. Bij de doelen worden werkwijzen afgesproken en de school en bibliotheek voeren voor een afgesproken periode de werkwijzen uit en bekijken wat de opbrengst is. Zo nodig wordt de werkwijze aangepast. Er wordt toegewerkt naar de volgende meting van de monitor, waaruit precies zal blijken wat de aanpak heeft opgeleverd en welke andere ontwikkelingen mogelijk om actie vragen.
In de monitorrapportage die de school krijgt, ziet het team:
- hoeveel de leerlingen in groep 5 t/m 8 lenen en lezen
- hoe het staat met de leesmotivatie van deze leerlingen
- wat de leerkrachten in groep 1 t/m 8 doen om het lezen te bevorderen
- de ouderbetrokkenheid bij (voor)lezen